Regelmatig komt de vraag voorbij, “wat zijn
uw ervaringen met re-integratie van arbeidsgehandicapten?” als ik iets post of een presentatie geef over arbeidsgehandicapten. Dit is enerzijds geen vreemde vraag, toch is er een
groot verschil tussen de doelgroepen ‘langdurig zieken’ of mensen die in de WIA
zitten en jonggehandicapten. De grootste verschillen wil ik vandaag graag
benoemen, vooral omdat ik denk dat dit inzicht veel werkgevers met beide
groepen verder kan helpen.
Werkervaring
Het grootste
verschil tussen de doelgroepen is vaak werkervaring, dit omdat mensen die
werken en hun vak niet meer of slechts beperkt uit kunnen voeren een andere
vraag met zich meebrengen dan nieuw instromende medewerkers met een beperking.
De medewerkers binnen uw organisatie die ziek worden, beschikken veelal over
belangrijke kennis van uw producten of diensten. Deze kennis is voor
organisaties vaak nuttig in te zetten binnen een andere afdeling, dit vraagt
wel dat de medewerker; A bereid is om scholing te volgen en B bereid is om
binnen een nieuwe functie aan de slag te gaan.
Jonggehandicapten
hebben vaak beperkt of zelfs helemaal geen werkervaring, hierdoor moeten zij
naast een passende baan ook de ruimte hebben om het betreffende vakgebied onder
de knie te krijgen. Dit vraagt naast inwerken ook de nodige begeleiding om
mensen met weinig tot geen werkervaring de mogelijkheid te bieden zich binnen
een werkend bestaan staande te houden.
Sociale cohesie
Een medewerker
binnen een organisatie bouwt in de loop van zijn arbeidsjaren de nodige sociale
contacten op binnen een organisatie. Doormiddel van deze sociale contacten
wordt deze persoon onderdeel van een organisatie. Dit kan vaak een voordeel
betekenen als iemand ziek wordt, omdat men binnen de organisatie deze collega
waardeert en graag wil behouden als een waardevolle collega.
Door deze
sociale verbanden is men binnen de organisatie vaak bereid om de collega te
ondersteunen, immers iemand die je kent help je gemakkelijker op weg dan iemand
die je niet kent. Men weet wat de waarde van deze persoon is, welke kennis deze
persoon heeft en dat deze persoon zijn of haar sporen binnen de organisatie
heeft verdiend.
Als het gaat
om jonggehandicapten, zij hebben vaak beperkt sociale contacten binnen een
bedrijf. Zij beginnen op 0 en dus moeten ook collega’s wennen aan zowel de
collega met een handicap, die er misschien anders uitziet of zich anders door
de organisatie beweegt, en daardoor op een aantal aspecten misschien zelfs een
streepje voor heeft. Dat is iets wat bij een nieuwe medewerker niet zondermeer
wordt geaccepteerd, denk aan het neefje van de baas wat ineens in een
managementfunctie binnenrolt terwijl er mensen zijn die graag deze functie op
basis van hun werkervaring zouden verkrijgen. Dat heeft een gelijksoortig
effect.
Wel vergelijkbaar
Waar wel een
belangrijk aspect van vergelijking ligt is het volgende. Voor iedereen die gaat
werken met een handicap geldt dat zij hun weg moeten vinden binnen de eigen
mogelijkheden. Als het gaat om de collega die door een ziekte of handicap zijn
of haar werk niet meer kan doen en daarom zichzelf nieuwe dingen moet aanleren,
of dat het gaat om een jonggehandicapte die voor het eerst gaat werken. Beiden
zullen ze hun weg moeten leren vinden op de werkvloer. Dit vraagt ondersteuning
en begrip van directe collega’s, of het gaat om het vrijhouden van gangpaden
voor iemand in een rolstoel of slechtziende of dat het nu gaat om het
herschikken van de taakverdeling.
In beide
gevallen wordt er iets gevraagd van de naaste medewerkers en dat is begrip.
Hiervoor is het belangrijk om samenwerking te stimuleren, teams aan te zetten
tot het overdenken van taakverdeling en rolverdeling om te komen tot de best
mogelijke resultaten. Want voor elk bedrijf is het goed om op zijn tijd werkprocessen
onder de loep te nemen als het gaat om het nut, de werkbaarheid en de vraag of
het mogelijk is deze verder te optimaliseren, dus benut deze kansen en doe er
uw voordeel mee!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten