zondag 28 augustus 2016

Inclusie vang je met stroop

De vakantieperiode is weer zo'n beetje op z'n einde en daarmee komt alles weer op gang. Ook de activiteiten die gaan over werk, aan het werk komen en de discussie rondom toegankelijkheid is daar sinds kort aan toegevoegd. Want met het ratificeren van het VN Verdrag, wat op 14 juli echt van kracht werd, is er een nieuwe dimensie ingegaan voor iedereen die te maken heeft met klanten, medewerkers met een beperking, etc. De vraag is alleen hoe je daar vorm aan gaat geven, hoe krijg je je werkgever of een bedrijf mee in de wereld van toegankelijkheid?

Na de invoering Participatiewet kwam het VN Verdrag voor de rechten van mensen met een handicap in beeld, ofwel het CRPD. Hierbij hoort toegankelijkheid en dat gaat verder dan de oprit of het verwijderen van een drempel, het gaat om ICT, werk, producten en diensten die worden aangeboden. Vrijwel alles waar je aan kan denken zal in enige vorm toegankelijk moeten worden. Hier is een nieuwe benaming voor in omloop die veel bedrijven nog niet kennen.
#A11Y
Bij A11Y gaat het om Accessibility, dus in goed Nederlands toegankelijkheid en is dus toepasbaar op vrijwel alle zaken waar ondernemers mee te maken krijgen. Om aan A11Y te werken zijn kennis en bewustzijn nodig. Kennis over de noodzaak en mogelijkheden die A11Y kan bieden en bewustzijn over de mogelijkheden die komen bij A11Y dienstverlening.

Pure business

Bij toegankelijkheid gaat het eigenlijk gewoon over business, het biedt kansen om nieuwe klanten binnen te halen en vooral ook om vergrijzende klanten met hun bijkomende beperkingen te behouden. Dus kort gezegd, het is gewoon good for business in een vergrijzende maatschappij om toegankelijk te zijn. Wie wil er nu klanten verliezen, niemand toch?

Als het gaat om nieuw klantpotentieel zullen veel ondernemers daar vraagtekens bij hebben, maar dan is mijn vraag waarom? Ik ben toch ook klant en waarom zou ik niet mogen vragen om een service waar ik zonder al teveel extra moeite ook gebruik van kan maken? Zonder het te merken hebben veel bedrijven klanten die niet zonder meer door hun website kunnen navigeren, en dat in een tijd van online shoppen! Terwijl de aanpassingen om een website toegankelijk te krijgen gewoon binnen het regulier onderhoud kunnen worden meegenomen en dus niet heel veel extra hoeven te kosten en dit in meervoud terug valt te verdienen.

Inclusief ondernemen

Ik gebruik de term al jaren als het gaat om het creëren van banen voor mensen met een handicap, maar het is veel meer. Bij inclusief ondernemen kijk ik ook naar de toegankelijkheid van producten, diensten, locaties, etc. waar klanten gebruik van maken. Kortom, het is gewoon good for business en wie wil dat nu niet?

Natuurlijk zijn er ook nu weer mensen de met harde hand bedrijven willen dwingen om te komen tot de omslag naar inclusie. Ik ben ervan overtuigd dat net als met de succesbedrijven als het gaat om de Participatiewet het vooral om de intrinsieke overtuiging gaat. Want de successen die zijn geboekt op het gebied van werk zijn vooral te danken aan bedrijven die hun nek uitstaken omdat ze de noodzaak voor hun business zagen. Zo werkt het ook met toegankelijkheid, doe je het omdat het moet dan doe je de basale dingen en laat je de echte kansen liggen, dan zal de winst minder zijn dan als je er vol voor gaat. Voor breed toepasbare oplossingen en voor de klanten die je wilt bedienen. Dat is waar business om gaat, dus als u met toegankelijkheid aan de gang wil doe het dan omdat het gewoon good for business is! 






zondag 14 augustus 2016

Vreugdedansje

Soms heb je van die momentjes dat je gewoon een vreugdedansje op je werk wilt doen, ik ben iemand die dat ook gewoon doet. Het leuke is dat men dat mijn collega's hier de humor van inzien. Wetende, die heeft iets voor elkaar gekregen en dat leidt veelal tot leuke vragen of reacties. Het is gewoon zoals het hoort te zijn op je werk, net als dat je je mindere dagen zou moeten kunnen delen met je collega's.

Toch zijn wij in Nederland erg geneigd om vooral de leuke dingen te delen, te doen of alles goed gaat en de negatieve dingen een beetje te verstoppen. Dit is iets wat mij vooral opvalt nu ik in een internationaal team werk, met internationale teams samenwerk en daarmee zie hoe groot de verschillen zijn tussen hoe we allemaal naar werk kijken. Nederlanders zijn erg geneigd om naar buiten toe te mopperen over hun werk, terwijl ze zich op het werk dus niet uitspreken over de negatieve punten.

Feedback is niet negatief

Een van de belangrijkste dingen om te leren is feedback, meestal een opmerking die gaat over iets wat je niet helemaal goed doet. In mindere mate bestaat feedback ook uit zaken die je wel goed doet en dat is eigenlijk gek. Want leren doe je niet alleen van negatieve feedback, je leert ook van positieve feedback en bovendien stimuleert positieve feedback om beter te presteren. Bij mijn werkgever bestaat er een code, waarbij je negatieve feedback met positieve feedback moet combineren en dat werkt eerlijk gezegd erg fijn. 

Op deze manier wordt het geven van een aanmerking altijd gecombineerd met een compliment voor hoe je je werk doet. Velen zullen dit gek vinden, want je moet toch vooral mensen aanspreken op wat ze fout doen zodat ze het goed gaan doen? Ik heb geleerd dat dit niet zo is, en eerlijk gezegd ik wist dit al. Want het zijn juist de complimenten die je uitdeelt, de complimenten die je ontvangt die je naast een betere medewerker ook een vrolijker mens maken en daarmee een prettige collega om mee te werken.

Samen scoren

Als team moet je samen de klus klaren, samenwerken aan projecten, opdrachten of taken om te komen tot optimale resultaten. Elkaar aanspreken op missers dat moet altijd om te voorkomen dat klanten hier last van krijgen. Daarnaast is het geven van complimenten de sleutel tot het motiveren van een team en haar leden. Door samen positieve en negatieve ervaringen te delen kan iedereen in een team succesvol worden en daarmee het beste uit zichzelf halen. En dat is toch waarmee je als bedrijf het beste kan scoren?!






vrijdag 5 augustus 2016

Inclusief functiehuis

In het FD stond een interview met Hans Spigt, de aanjager van de 25.000 participatie banen bij de overheid. Het viel me vooral op hoe ver hij lijkt te staan van een echte inclusieve arbeidsmarkt, en dat voor iemand die juist moet pleiten voor een inclusieve arbeidsmarkt binnen de Rijksoverheid. 

Er vielen mij 2 belangrijke punten op in het interview,

Punt 1

"Je ziet immers dat er in cao's en functiegebouwen geen plek is voor toetsenbordreinigers, of mensen die een speciaal werkpakket hebben"

Inderdaad er is geen plaats in de huidige cao's en functiehuizen voor mensen die maatwerk nodig hebben op de werkplek. Alles binnen cao's en functiehuizen ligt tot op de millimeter vast, er is geen ruimte voor flexibiliteit omdat dat voorheen niet nodig was. Werknemers moesten in het stramien passen, zo niet dan kwam je immers in de Sociale Werkplaats terecht.

Nu is de realiteit anders, mensen met een handicap gaan functies vervullen die er niet meer waren. Functies die zijn verdwenen omdat we ze niet nodig vonden of gewoon omdat ze teveel geld kostten. Nu moeten mensen van wie we eigenlijk niet weten wat we ermee moeten ineens weer aan de slag en blijkt dat we niet alleen de mensen uit 'minderwaardige' functies hebben gehaald, maar dat de functiehuizen deze functies niet aankunnen.

Punt 2

Aan het einde van het artikel komt misschien nog wel het meest trieste punt aan bod als het gaat om de rechten welke voor elke werknemer gelden:
"Dat kun je ondervangen door te zorgen dat werkgevers deze groep geen ontslagvergoeding hoeven te betalen"
Dit onder het mom dat zij 'kunnen terugvallen op een uitkering of ander vangnet" en dan zouden werkgevers deze mensen wel aannemen. Dit klinkt niet als een inclusieve arbeidsmarkt van gelijke rechten en gelijke kansen. Dit klinkt als, joh je kan terug in de Bijstand dus heb je geen ontslagvergoeding nodig.

Dit is gewoon lomp, want iedereen weet dat een WW op 70% van je laatst verdiende loon geen vetpot is. Laat staan dat je net boven Bijstandsniveau zit en dan terug de Bijstand (nu Participatiewet) wordt ingekieperd omdat je 'toch wel terug kan vallen'. Dit is niets meer en niets minder dan discriminatie op basis van handicap en dat mag niet meer sinds
14 juli 2016.*

Inclusie is meer dan een baantje aanbieden

Om te komen tot een echt inclusieve arbeidsmarkt is meer nodig dan het realiseren van een 'baantje' als toetsenbordreiniger. Het moet mogelijk zijn om deze banen ook echt een duurzaam perspectief te geven, dus simpelweg gelijke rechten als ieder ander. Wat hiervoor nodig is zijn goede afspraken in cao's met ruimte voor maatwerk, functiehuizen die lagere schalen bieden om plek te bieden aan de 'simpele banen.'

Afbeeldingsresultaat voor vuil toetsenbordDus als werkgevers en ook de overheid tot een echt inclusieve arbeidsmarkt willen komen dan moeten we er in de hoofdlijnen de mogelijkheden voor creëren. Dus functiehuizen met aangepaste schalen, cao afspraken en nog veel meer. Want pas dan spreek je over een echte inclusieve arbeidsmarkt. Niet door het schrappen van rechten, het flexibiliseren van arbeidsovereenkomsten omdat ze niet in de hokjes passen. Nee, dat is minderwaardig net als die 'baantjes.' Het moet gaan om talenten en dan is toetsenbordreiniger vakmanschap, ik weet namelijk wel hoe lastig die dingen schoon te krijgen! 



*Op 14 juli 2016 is het VN Verdrag voor de rechten van mensen met een handicap officieel in werking getreden.