maandag 19 december 2016

Waardering voor de makers

Onderwijs rendement is snel slagen,
niet het beste uit talenten halen.
Vanavond was er een uitzending van Radar Extra, over de vooroordelen bij beroepsopleidingen en mensen die 'met hun handen' werken. Over de veranderingen in het beroepsonderwijs en de hoge druk op het halen van diploma's binnen gezette tijden. Terwijl er in diverse beroepen een tekort aan mannen en vrouwen is om vakwerk te verrichten, worden leerlingen het liefste naar de HAVO gestuurd omdat het VMBO het afvoerputje zou vormen. Best gek eigenlijk, want vroeger was de vakman een gewaardeerde persoon in een lokale gemeenschap, tegenwoordig storen de buren zich aan zijn busje wat het uitzicht belemmerd en zien ze liever een dikke leasebak in de straat.....

Misschien is voorgaande vergelijking een beetje overtrokken, maar het raakt wel de realiteit van onderwaardering van mensen die een 'vak' geleerd hebben en 'met hun handen' werken. Mensen die voor het gevoel minder verdienen, terwijl dat in diverse beroepen niet meer het geval is, maar in andere beroepen zeker de harde waarheid. De vraag is waarom we vakmensen niet meer waarderen, waarom is het wel verantwoord om goedkoper mensen uit Polen of waar dan ook te halen om vakwerk te verrichten en willen we niet betalen voor de goed geschoolde vakman van het MBO?
Dit terwijl juist het Nederlandse MBO als voorbeeld dient, voor veel andere landen die hier de kunst af komen kijken.

Gaat het om geld?

De onderwaardering is zeker een issue, maar het gaat uiteraard ook over geld. Vakwerk moet voor een lage prijs worden geleverd, liefst van hoge kwaliteit maar de prijs zal uiteindelijk de doorslag geven in de meeste gevallen. Daarbij komt het stigma van de laag opgeleide Nederlander, de mensen die altijd het vakwerk hebben gedaan zijn van hun voetstuk gevallen en daarbij ervaren zij de veranderingen op de arbeidsmarkt als geen ander. Een lasser werkt tegenwoordig vooral freelance, via een uitzendbureau of payroll constructie. De verwarmingsmonteur kan nog wel eens geluk hebben in een regio waar er weinig monteurs beschikbaar zijn, maar in Randstad is het vaak niet de best betaalde baan. 

Vanuit een ander perspectief

We willen allemaal graag dat mensen kunnen werken, hun eigen broek ophouden en bijdragen aan de economische groei van Nederland. Daarvoor is het wel noodzakelijk om iedereen te waarderen op zijn vaardigheden. Dus de laaggeschoolde is een vakman, de hooggeschoolde een bolleboos, zonder stigma en met een eerlijk salaris voor zijn of haar werk. We moeten vooral leren dat iedereen naar zijn beste vermogen, wat voor de een twee rechterhanden zijn, voor de ander een bovenmatig goed functionerend stel hersenen en voor de derde een combinatie van beiden is. 

Daarvoor is waardering nodig van beide zijden, nou ja eigenlijk alle drie de zijden. Want de bankdirecteur wil zijn wasmachine ook laten repareren en de reparateur zijn bankzaken goed geregeld hebben. We kunnen niet zonder elkaar, we moeten het samen doen en door eerlijke waardering voor werk kunnen we allemaal ons leven leiden zoals we het graag zouden willen. Bovendien zit er nog een voordeel aan, want goede vakmensen kunnen een noodzakelijke bijdrage leveren aan een circulaire economie, een duurzame toekomst en daarmee een innovatief Nederland. Wat zouden we nog meer moeten willen?





zondag 11 december 2016

Eindsprint toegankelijkheid

Van inaccessible naar accessible
Eigenlijk zou elk bedrijf zo vlak voor kerst aan de eindsprint 'toegankelijkheid' moeten werken omdat 1 januari 2017 er nu echt aankomt. Toch hoor ik om me heen dat bedrijven wel nadenken maar er nog weinig echte actie aan zit te komen. Dat is best gek, want vanaf 1 januari is toegankelijkheid de norm en zou ontoegankelijkheid uit moeten sterven. De vraag is waarom bedrijven dit dan nog niet echt als een serieuze zaak oppakken?

In Nederland lopen we op zoveel zaken ver vooruit, dat omringende landen meer dan eens jaloers op ons zijn. Toch lopen we op het gebied van toegankelijkheid zo ver achter op de rest van de westerse wereld. Hoe kan het toch dat we nog steeds in deze situatie zitten?

Niet zichtbaar

In Nederland hebben we jaren gedacht dat mensen met een handicap 'zielig' zijn, je moet ze beschermen voor de boze buitenwereld, je moet ervoor zorgen dat ze worden verzorgd en daarbij was werk lange tijd geen prioriteit. Natuurlijk had je vroeger vaak genoeg dat neefje of nichtje van de baas die wat werk deed omdat 'ze toch ook iets omhanden moeten hebben' maar van een serieuze baan was in veel gevallen geen sprake. Laat staan dat mensen met een handicap als belangrijke klantengroep zouden worden gezien.

Waarom mensen niet binnen komen
en dus niet in beeld zijn als klant.
Eigenlijk is dat een gemiste kans, gezien elke 6e klant die binnenkomt technisch gesproken een klant met een beperking kan zijn. Simpelweg omdat er zoveel mensen met een handicap zijn, maar waarom komen die klanten niet binnen? Soms zijn het hele simpele redenen, als de ingang van een restaurant niet toegankelijk is of er geen invaliden toilet is, zal iemand in een rolstoel ergens anders gaan eten. Als je website niet toegankelijk is voor blinden dan gaan zij naar een andere online shop. Als je reclame niet van ondertiteling is voorzien, hoe kan een dove klant dan ooit weten waarom juist dit product beter is dan het andere?

Een nieuwe norm

Vanaf 1 januari moet die norm veranderen, niet dat we dan ineens elke reclame ondertiteld zullen zien, maar het is wel iets waar we naartoe moeten willen. Dat het gewoon is dat als de minister president zijn wekelijkse persconferentie met een gebarentolk naast zich gaat houden. Dat elk bedrijf erover na gaat denken hoe producten en diensten toegankelijk worden en blijven voor mensen met een handicap. Hierin hebben we een aantal mooie voorbeelden, Barclays bank in Engeland, Google en Microsoft in America die van toegankelijkheid een compleet onderdeel van de business hebben gemaakt, en ja daarin meer dan succesvol zijn. Ze zien kostenbesparingen, ze zien klantengroei en een positieve boost van hun image. 

De vraag die bij mij en vele anderen blijft rondtollen is, waarom kunnen we dat in Nederland niet? Waarom lopen wij niet voorop in deze innovatieve aanpak van productontwikkeling in de meest toegankelijke vorm voor iedereen? Want na 1 januari zullen veel bedrijven moeten gaan repareren, en we weten allemaal de repareren geld kost. Om precies te zijn er zijn ratio's van 1 op 1000 in omloop. Dit is toch zonde van ons geld, en als wij als 'zuinig' landje niet gaan investeren dan komen er vele miljarden aan kosten op ons pad bij het achteraf repareren van onze gebrekkige toegankelijkheid. 

Daarom is het goed met de nieuwe norm van toegankelijkheid in de achterzak te gaan denken bij ontwikkelingen, innovaties en productie verbeteringen, want het zal veel geld schelen door nu al te investeren in toegankelijkheid van de toekomst. Dus voordat we het nieuwe jaar ingaat, laten we collectief toegankelijkheid op onze agenda's zetten, toegankelijkheid in onze doelstellingen van 2017 opnemen en samen bouwen aan een inclusie!  





zondag 4 december 2016

Veranderende arbeidsmarkt

Vandaag las ik een interessant artikel over de mogelijkheid om een volledige werkgelegenheid te realiseren. Op zich geen gekke gedachte, zeker niet in een tijd waarin de arbeidsmarkt razendsnel aan het veranderen is. Robotisering, verdere digitalisering en natuurlijk het verhogen van productiviteit dragen niet bij aan het vergroten van de werkgelegenheid, dus moeten we opzoek naar nieuwe oplossingen. 

Waarom zouden we die oplossingen niet dichtbij huis zoeken, dat draagt ook bij aan duurzaamheid en innovatiekracht. Want duurzaam denken is ook anders produceren, niet meer het verslepen van goederen die elders goedkoper geproduceerd kunnen worden. Met als bonus ook nog eens minder vrachttransport op de weg. Daarmee kom je niet in een win-win situatie maar in een win-win-win-win-duurzaamheid situatie terecht.

Dichterbij brengt werkgelegenheid

Door lokaal te produceren brengen we werk terug naar Nederland, met zoals eerder genoemd het voordeel van het terugbrengen van het transport van halffabricaten. Want waar het voorheen de kosten van personeel waren die bedrijven de stap deden zetten tot productie in lage-lonen-landen zijn het straks de kosten voor transport die de productie in eigen land weer goedkoper zullen maken. Daarbij is er voldoende voorraad aan arbeidskrachten die dit werk zouden kunnen doen. Van, de in het artikel genoemde, arbeidsgehandicapten tot de vakmensen die in de komende jaren door robotisering hun werk kwijt zullen raken.

Dit vraagt natuurlijk ook om de wil van mensen die dit werk moeten doen, welke zeker ook moet beginnen met de waardering voor werken met je handen. Niet alleen in een eerlijk salaris, maar zeker ook de maatschappelijke waardering voor de emballage medewerkers die onze gebruiksvoorwerpen in elkaar moeten zetten. Zonder hen hoeven we niet eens na te denken over het terughalen van productiewerk. In navolging hierop moet ook niet de hoogste productiviteit centraal komen te staan, het moet gaan om kwaliteit en vooral ook optimale verdeling van werkgelegenheid.

Innovatiekracht

De transitie naar duurzaam vraagt ook innovatiekracht van bedrijven, ingenieurs en gewone mensen met goede ideeën. Deze mensen kunnen bijdragen aan verduurzaming en het opleven van de Nederlandse maakindustrie. Bijdragen aan het vergroten van onze kennis om deze vervolgens weer te kunnen verkopen aan het buitenland. Want ook dat zal geld opleveren, geld om Nederland duurzamer te maken en niet te vergeten bestand tegen de klimaatverandering die ons ondanks de transitie zeker ook zal raken. 

Al deze dingen helpen onze economie belangrijke stappen te zetten naar een economie waar duurzaamheid centraal komt te staan en werkgelegenheid een van de krachtige peilers kan zijn. Simpelweg omdat we er met z'n allen het beste van moeten maken en oplossingen voor files, werkgelegenheid, klimaatverandering en versterken van de economie beter hand in hand kunnen gaan. Dat is iets anders dan Hans de Boer die graag de Trump aanpak zou verkiezen. We moeten samen investeren middels tijd, arbeid en geld om een duurzame toekomst vorm te geven!