zondag 27 december 2015

Het raam uit!

Iedereen kent ze wel, functioneringsgesprekken, die jaarlijkse verplichting van werkgevers en werknemers die meer dan eens schoorvoetend een kantoortje inlopen. Ook ik moet er, nu ik weer in dienst van een werkgever ben, aan gaan geloven. De vraag is waarom we deze gesprekken altijd aanvliegen vanuit standaard vragenlijsten die niet toegespitst zijn op individuen maar op een standaard die binnen een functiegroep of een bedrijf moet passen. De vraag die ik mezelf al jaren stel is, past dit wel bij een bedrijf waar mensen kapitaal zijn?


In de tijd van Henry Ford ontdekte men dat assemblage in kleine stappen aan een lopende band, een hoge productiviteit opleverde. In de tijd van Henry Ford ontstonden de visies over de ideale medewerker die een radartje vormen binnen het grote geheel en om dat grote geheel te laten draaien moet iedereen in het gelid lopen. Inmiddels zijn we een dikke eeuw verder en hebben we ontdekt dat mensen en hun talenten voor organisatie van essentieel belang zijn voor het voortbestaan. Toch werken we nog met de methoden uit de ‘oude doos’ van de organisatiekundigen die zich hebben gebaseerd op de fabriek van Henry Ford, staan we daarmee niet onze eigen organisaties in de weg?

Waarom negatief aanvliegen?

Een van de redenen dat de meeste mensen schoorvoetend naar functioneringsgesprekken toegaan is de aanvliegroute. Het gaat veelal niet om de prestaties die goed waren en de bijbehorende complimenten, het gaat veelal over de dingen die ‘net niet’ zijn of de dingen die nog geleerd moeten worden. Het gesprek focust zich in de praktijk als snel op de punten die de werkgever als ‘ontbrekende’ schakels ziet. Waarbij de prestaties die wel tot uitstekend voldoen met een beetje geluk enkele seconden en een compliment opleveren.

De echte functie van een functioneringsgesprek zou ‘medewerkers motiveren’ moeten zijn, maar dan komt al snel de vraag ‘ hoe doe je dat?’

Motivatie en prestatie

Uit ervaring weet ik dat je mensen het beste kan motiveren met een positieve instelling, of het nu gaat om kinderen op de basisschool interesseren in taal en rekenen, of dat het gaat om hoogwaardig werk bij een chemisch concern. Mensen motiveren begint met positieve feedback en samen bespreken waar de mogelijkheden liggen om de prestaties op basis van de individuele vaardigheden nog verder te optimaliseren. Want bij een positieve aanvliegroute is er uiteraard ook tijd voor verbeterpunten, maar gaat het om wat bij het individu past en niet hoe het individu in de eenheidsworst past.

Zoals vele organisatiekundigen uit de huidige tijd omarmen, diversiteit maakt organisaties sterker en weerbaarder voor verandering, is een zienswijze die ik voor de volle 100% deel. Want als organisatie inspelen op verschillende en snel veranderende markten kan alleen als de organisatie niet in een logge eenheidsworst veranderd die als een bulktanker moeilijk van koers kan veranderen als de wind draait. Nee, organisaties die flexibel kunnen reageren, mensen hebben die op verschillende manieren hun voelsprieten uit kunnen steken om de markt te peilen en oog hebben voor verschillende typen en wensen van klanten, dat zijn de organisaties die zo wendbaar zijn als een speedboot.

Menselijke maat


Het is misschien wel de meest gehate politieke term uit Den Haag, maar binnen elke organisatie, instelling en zelfs de overheid is de menselijke maat de weg naar een organisatie die in kan spelen op veranderingen. Want door het creëren van een eenheidsworst, verlies je de kracht van de organisatie om veranderingen aan te zien komen. Door diversiteit te benutten is het wel mogelijk om door de verschillende kwaliteiten van mensen optimaal in te kunnen spelen op veranderingen. En om diversiteit een kans geven is het als eerste noodzakelijk om de standaard lijstjes het raam uit te gooien en te komen tot een persoonlijk gesprek om te bekijken waar iedere partij staat en hoe het mogelijk is om elkaar te versterken en elkaars kwaliteiten beter te benutten!






zondag 20 december 2015

Duurzaam belonen 2.0

Het blijft voor veel grote en kleine bedrijven lastig, hoe kan je het beloningssysteem duurzaam maken en toch de mensen binnenboord houden? Afgelopen week stond er een stuk in het FD over de moeite van het verduurzamen van beloningen van de top van het bedrijfsleven en hieruit bleek dat DSM, KPN en Vopak een slag aan het maken zijn om dit vorm te geven. Terwijl andere bedrijven hier nog steeds geen handen en voeten aan kunnen geven.

De vraag die rijst is, hoe combineer je een aantrekkelijke beloning op de korte termijn met een duurzame bonus gericht op; kwaliteit, veiligheid, duurzaamheid, etc. Het is lastig om hiervoor met een simpele oplossing te komen, toch zijn er zeker wel goede en vooral ook praktische mogelijkheden te bedenken. Waar deze ‘nieuw’ en vooral ook ‘onbekend’ in de oren zullen klinken, wil het niet zeggen dat ze ‘niet te beminnen’ zijn.

Korte en lange termijn verbonden

Bij een bonussysteem wil je als bedrijf 2 dingen realiseren, prestaties belonen en talenten behouden. Hiervoor worden vaak interessante bonussen geboden, welke echter uit praktische logica op de korte termijn gericht zijn. Want ‘een bonus over een prestatie van 5 jaar geleden is lastig uit te leggen’ zei een ondernemer ooit tegen mij. Op zich snap ik die redenatie, toch zie ik ook dat daardoor de focus vooral op de huidige prestaties komt te liggen en helaas niet op de duurzame perspectieven van het bedrijf.

Een oplossing hier zou het volgende kunnen zijn, een vast percentage ‘gewoon’ salaris, een percentage op basis van prestaties in het afgelopen jaar en een bonus die aan een meerjarenplan is verbonden. De verdeling valt wel te maken, tenminste daar acht ik de gemiddelde ondernemer zeker wel toe in staat. Omwille van de uitleg neem ik een voorbeeld;
  • 50% op basis van het vaste salaris,
  • 25% op basis van prestaties in het afgelopen jaar,
  • 25% op basis van de duurzame, veiligheid en kwaliteitsvoorwaarden die aan een meerjarenplan zijn verbonden. 

Een klein stukje anders

Technisch gesproken gaat het dus over 25% van het salaris, wat een vorm van sparen bij de baas wordt, welke bij goed gedrag wordt uitgekeerd en daarmee een keer in de zoveel jaar beschikbaar komt. (Ik geef toe, hier zitten belastingtechnisch nog wat haken en ogen aan) Deze 25% worden uitgekeerd op het moment dat er na 5 jaar is voldaan aan de langetermijnplanning op basis van de doelen duurzaamheid, veiligheid en kwaliteit van de producten en/of diensten die worden geleverd.

Deze doelstellingen zouden, om de grootste betrokkenheid te realiseren, met de managers moeten worden afgesproken op basis van de huidige stand van zaken en de verbeteringen die men aan wil brengen binnen de organisatie. Worden deze verbeteringen niet gehaald, dan vloeit het geld terug naar de organisatie en kunnen de doelstellingen opnieuw worden gesteld met extra budget.

Bredere doelstelling


Door de doelstellingen met het management gezamenlijk af te spreken, de voorwaarden van te voren duidelijk te stellen en daarmee te kiezen voor een perspectief wat verder weg aan de horizon ligt, kies je ervoor om je voor een langere periode aan een bedrijf te verbinden. Lukt het niet, dan vloeit het geld terug in de organisatie om de doelstellingen met een breder budget als nog te halen. 

Het gevolg van een dergelijk systeem zou een verbeterde aandacht aan de thema’s duurzaamheid, veiligheid en kwaliteit kunnen geven. Mensen meer betrekken bij de minder nabije toekomst van de organisatie en vooral ook meer verbondenheid met de mensen binnen de organisatie met wie zij samen moeten werken om de doelstellingen te behalen. En uiteindelijk heeft elke organisatie baat bij betrokken medewerkers, zij zijn immers uw kapitaal en wie wil daar nu niet optimaal van kunnen profiteren?





woensdag 16 december 2015

Ontoegankelijkheid als norm

Het is en blijft een vreemd idee, de norm is ontoegankelijkheid en dat veranderen kost op korte termijn geld. Dat laatste is een realistisch punt, maar de vraag is of het wel logisch is om daar de norm ontoegankelijk om te houden? Want als we kijken naar de lange termijn dan is het gewoon een goede investering om je bedrijf toegankelijk te maken.

Gewoon klanten 

Elke ondernemer wil graag klanten binnenhalen, want klanten brengen geld in het laatje. Toch zien nog maar een beperkt aantal ondernemers dat mensen met een handicap ook klanten zijn, waarom zou je vragen?
Immers, iedereen met een portemonnee is een potentiële klant? Ja, we zien klanten graag komen, maar we hebben ook een beperking als ondernemer. We zoeken klanten aan wie wij ons kunnen spiegelen, mensen bij wie we ons voor kunnen stellen dat zij onze winkel, zaak of horeca gelegenheid binnenlopen.

Dit zijn veelal mensen die we uit onze eigen omgeving herkennen. Dan komt de cruciale vraag in dit geheel, herkent u iemand met een beperking als iemand die in uw omgeving zou kunnen zitten? Veel ondernemers zullen ‘nee’ op deze vraag moeten antwoorden, de ondernemers die hier ‘ja’ op kunnen antwoorden, zijn zich namelijk veelal al bewust van de voordelen die er liggen in een toegankelijk bedrijf.

Geen schande

Het is geen schande om als ondernemer te erkennen dat toegankelijkheid nooit heeft geleeft, dat het geen rol speelde toen er een verhuizing, verbouw of nieuwbouw op het programma stond. Nee, want in Nederland zijn we namelijk ergens goed in geworden, is een school ontoegankelijk, dan bouwen we een speciale school. Is een flat ontoegankelijk, dan bouwen we een speciale flat voor gehandicapten, etc. Ja, dat is hoe het de laatste decennia keer op keer is gegaan.

Mensen met een beperking roepen nu op tot toegankelijkheid, ze roepen op om toegelaten te worden en daar spelen sociale media zeker een grote rol in. Immers krijg je als gehandicapte een stem die ook buiten je aangepaste flatgebouw, school of werkplek te horen is. Een stem die zegt, ‘hallo ik ben een klant.’ En dat zijn mensen met een beperking zeker, misschien hebben ze niet allemaal evenveel te besteden, maar daar gaat met de veranderde sociale wetgeving zeker wel wat aan veranderen. Niet morgen, maar wel op termijn met als gevolg dat zij meer bestedingsruimte zullen krijgen en dus aantrekkelijkere klanten worden.  

Elke klant is koning


Voor iedere ondernemer zou elke klant koning moeten zijn, voor de overheid elke burger een klant en daarmee is de cirkel rond. Want mensen met een beperking zijn ook klanten, die moet je waar mogelijk binnenhalen met de spreekwoordelijke ‘rode loper’ als dat enigszins mogelijk is. Zo niet, dan bent u gewoon een dief van uw eigen portemonnee, want het gaat wel om 2,3 miljoen mensen en dat zijn toch een heel aantal potentiële klanten voor veel ondernemers die wel slim en dus toegankelijk durven te ondernemen! 






zondag 13 december 2015

In vogelvlucht naar duurzaam!

Duurzame energie brengt
werkgelegenheid!
Het klimaatakkoord is rond, er ligt een doelstelling van 1,5 graden, eentje die niemand een half jaar geleden had durven hopen. Maar wel een waar wetenschappers hard voor hebben gestreden, simpelweg omdat het noodzaak is. De prachtige atollen zijn hiermee niet gered, dus als je die nog wil zien moet je niet te lang meer wachten, en ja er gaan zeker dingen veranderen ook met deze temperatuurstijging. Maar dan blijft het nog te behappen voor het grootste deel van de natuur.

Persoonlijk ben ik heel blij met dit akkoord, want 2 graden als uitgangspunt en 1,5 graden temperatuurstijging als doelstelling is gewoon prachtig. Er zitten voor veel bedrijven natuurlijk ook grote nadelen aan, fossiele brandstoffen verliezen snel hun waarde, net als de producten die alleen op fossiele brandstoffen kunnen rijden/opereren/functioneren. Chemie wordt een paria in de economie en zo zijn er nog wel een paar te noemen.

Zeker ook kansen

Hoe kom je tot oplossingen om wind- en zonne-energie
op te slaan voor piekmomenten?
Natuurlijk is een klimaatakkoord geen kommer en kwel voor alle ondernemers, slimme ondernemers kunnen er ook goed geld aan gaan verdienen. Want, zeker in Nederland, is er nog veel werk te doen. Van huizen isoleren tot klimaat neutraal maken. Het ontwikkelen van elektrische auto’s die je gezin wel op de vakantiebestemming kunnen brengen tot aan het opslaan van zonne-energie, welke op een klimaat neutrale manier kunnen worden geproduceerd. Ja, er liggen kansen voor slimme koppen, voor mensen met duurzame ambities of gewoon een goed stel hersens.

Nu een benzine auto binnen een paar jaar zo goed als waardeloos is, wordt het zaak om te sparen voor een alternatief. Nu er in de komende 5 jaar in Europa 280 kolencentrales moeten sluiten, wordt zelf overstappen naar zonne-energie of windenergie ineens aantrekkelijk. En zo zijn er tal van voorbeelden te noemen, deze alternatieven gaan iedereen geld kosten, maar ze leveren tegelijk ook een opleving van de economie op. Immers, we moeten anders gaan produceren, kunnen het oude niet ‘gewoon weggooien’ en daar komt dus ook een productieketen opgang.

Hoge kosten, nieuwe werkgelegenheid

Voor burgers over de hele wereld gaat dit geld kosten, iedereen zal mee moeten pitchen en de rijke landen nog het meeste. Maar als we allemaal gaan investeren in vergroening en het opbouwen van een circulaire economie, ontstaat er ook nieuwe werkgelegenheid. Banen voor mensen die ze nu niet hebben, banen voor mensen die nu in bedrijven werken die straks waardeloos zijn omdat ze het roer niet omgooiden naar de groene economie.

Fossiele energie vraagt weinig arbeid, duurzame energie
is arbeidsintensief en levert dus meer banen op!

Die banen hebben wij nodig, want er is een groot probleem op de arbeidsmarkt. Juist daarom is het belangrijk om dit klimaatakkoord als een kans te zien, de kans om de economie vlot te trekken en als de overheid voldoende lef heeft investeert zij in die vergroening. Stimuleert het huiseigenaren om huizen aan te pakken, stimuleert zij het MKB en groener transport, om daarmee niet alleen de doelstellingen te halen maar gelijk te bouwen aan een nieuwe-groene-duurzame-economie! 





woensdag 9 december 2015

Achterover leunen, niet doen!

Het is de week van de eerste rapportage over de voortgang van de Partcipatiewet, het is de week dat Aart Gaag zich uitspreekt over de problemen die werkgevers ervaren met de uitvoering van de Participatiewet en hen tegelijk oproept om niet achterover te gaan leunen. En het is de week dat het VN Verdrag eindelijk echt op tafel komt in de Tweede Kamer, de PvdA deze te vrijblijvend vindt en daarom oproept tot meer verplichtingen voor werkgevers en bedrijven. Als werkgever en ondernemen kan je denken, help wat volgt er nu?

Toch, je zou geen ondernemer zijn als je ook hier geen kansen in kon zien, want toegankelijkheid betekent meer klanten, meer omzet en een goede naam die op zichzelf ook weer kan bijdragen aan verdere klantengroei. Ja, eigenlijk is toegankelijkheid heel simpel, het gaat om de mogelijkheid voor elke klant om binnen te komen, bovendien ook voor elke potentiële medewerker. Alleen daarom is toegankelijkheid al iets wat voor iedere ondernemer vanzelfsprekend zou moeten zijn en toch is het dat niet in Nederland…..

Amerika en Scandinavië

In Amerika en Scandinavië is het heel normaal dat het openbaar vervoer toegankelijk is, dat gebouwen rolstoeltoegankelijk zijn en ga nog maar even zo door, de vraag is waarom wij dat niet hebben? Eigenlijk is dat best heel simpel, in Nederland probeert men een inhaalslag te maken die eigenlijk wordt ingegeven door de politieke en maatschappelijke wens om de kosten voor de sociale zekerheid terug te dringen. Iedereen klaagt al jaren over hoge uitkeringen, ‘laat ze maar werken’ is een veel gehoorde kreet.

Toch is het laten werken van mensen met een beperking niet iets wat je zomaar uit je mauw schut, het systeem is er niet op ingericht, het openbaar vervoer en gebouwen zijn er niet op ingericht, de arbeidsmarkt en HR systemen zijn er niet op ingericht en nu moet dat in een heel korte periode ineens waar worden…..

Niet los van elkaar

Wat werkgevers/ondernemers zich moeten realiseren is dat het een niet los van het ander staat, het gaat bij participatie om deelnemen aan de maatschappij en dat kan zijn als klant of als medewerker binnen je organisatie. Het gaat om mensen met talenten, mensen die veelal over talenten beschikken maar jaren als ‘afgeschreven’ zijn behandeld. Op het moment dat zij hun talenten in gaan zetten, hun eigen geld verdienen en daarmee meer bestedingsruimte, worden medewerkers ook klanten voor andere bedrijven en het resultaat zal een groep mensen zijn die zich zelfstandig gaan manifesteren in de maatschappij.


In Amerika gaat dit natuurlijk ook vaak mis, in Scandinavië werkt ook niet elke gehandicapte, maar het merendeel kan daar wel zelfstandig rondkomen en dat is veel waard. Want het scheelt de maatschappij inderdaad veel geld, toch zullen wij deze landen niet zomaar kunnen volgen, simpelweg omdat onze maatschappij nog teveel gesegregeerd is en mensen die anders zijn het nu eenmaal lastig hebben op de arbeidsmarkt. Kortom, pas als we met z’n allen de schouders eronder zetten zal er echt iets veranderen en juist daarom ben ik het zo eens met Aart van der Gaag, ga niet achteroverleunen maar neem de verantwoordelijkheid op en doe er gelijk je voordeel mee! 





woensdag 2 december 2015

Ontkenningsfase

Het blijft boeiend, de veronderstelling vanuit de liberale hoek, dat klimaatverandering iets voor linkse types is. En toch klopt dit beeld echt niet meer, klimaatverandering is misschien juist een van de dingen die mensen van links tot aan rechts moet binden. Iets wat werknemers en werkgevers moet binden, grootverdieners en kleinverdieners….

De VVD blijft het KNMI als nietonafhankelijke partij zien als het gaat om onderzoek naar klimaatverandering, terwijl het KNMI juist bekend staat als onafhankelijke instantie. André Kuipers zou in de ogen van de VVD vast ook links zijn, hij is immers een fan van ‘ruimteschip aarde’ en roept op tot aandacht voor het klimaat. Ja, er zijn veel wetenschappers van verschillend allooi die pleiten voor klimaatverandering.

Moet je activist zijn?

Natuurlijk heb je ook de activisten als Faiza Oulahsen van Greenpeace en Marjan Minnesma die in Parijs aanwezig zijn als advocaten van de aarde. Deze dames zetten zich met hart en ziel in voor een duurzame economie, verduurzaming van energiebronnen enzovoorts. Het zijn dames waar ik wel eens een beetje jaloers over ben, want ik werk ook aan duurzaamheid vanachter mijn bureau en doe dat met veel plezier, maar merk ook dat ik het veld stiekem best mis.

En toch, ik ben niet zo’n activist in hart en nieren en ik ben al helemaal niet links. (overigens weet ik van beide dames ook niet hoor!) Ik ben wel iemand die met haar pen en in haar werk bij wil dragen aan een duurzamere wereld omdat ik zie dat het noodzakelijk is, voor zowel de economie als voor de aarde als geheel. Want we hebben problemen die alleen aan klimaatverandering geweten kunnen worden. De stijgende temperaturen baren mij zorgen, niet alleen om de zeespiegel die stijgt, wel om de droogte die dit ook met zich mee zal brengen en wat dit dan weer voor de mensheid zal betekenen. Want we geloven allemaal dat het gras groener is aan de overkant…..

In actie komen

Je hoeft geen activist te zijn om iets te veranderen, als rechtse of liberale hardliner hoef je je echt niet te schamen voor zonnepanelen op je dak of een warmteterugwininstallatie in je huis. Want je bent verstandig bezig voor je eigen micro-economie. En dat geldt ook voor werkgevers, ondernemers, banken, etc. Want door lef te tonen en eisen aan elkaar te stellen is het mogelijk om samen via de supply chain iets te veranderen in de eigen productieketen. En als we dat nu allemaal doen, dan zal er op grote schaal veel en snel iets kunnen veranderen.

De politiek is er voorlopig nog niet uit, maar zoals ik al schreef, je hoeft niet activistisch te zijn om te kiezen voor duurzame oplossingen, want ze hebben zeker ook een economisch doel en vooral ook perspectief. Want als het gaat om die perspectieven in de oude economie, zelfs de meest sceptische beleggers (wat betreft het klimaat) zich bewust van het risico van stranded assets. Dit zijn de belangen in oude energiebronnen die straks hun waarden gaan verliezen als de wereld overstapt op nieuwe energiebronnen.


Kortom, de economen zien de noodzaak, de activisten hebben de wereld wakker geschud en je bent zelf verantwoordelijk voor je eigen micro-economie en dus is het toch logisch om keuzes te maken die uiteindelijk winst op gaan leveren. Het enige wat we nodig hebben is geduld, en dat moeten we dankzij de crisis toch wel hebben gekregen, immers we wachten al zo lang op verbetering……..?