zondag 14 februari 2016

Voor elkaar, door elkaar!

Iedereen weet dat collega’s op het werk het verschil maken tussen een leuke job of een baal-job. Vooral voor collega’s met een beperking zijn collega’s de factor die een job maken of kraken, of het nu gaat om begrip of hier en daar wat assistentie omdat een bepaalde taak niet zo makkelijk uit te voeren is. Op dit moment werk ik met veel internationale collega’s en deze ervaring deed voor mij een mooie wereld open gaan.

Mijn huidige team bestaat uit mensen van 4 nationaliteiten, terwijl het team uit 5 personen bestaat, en deze brengen vele denkwijzen samen. Het is niet alleen te merken in de manier waarop er naar bedrijfsvraagstukken wordt gekeken, maar zeker ook in hoe er met elkaar wordt omgegaan. Het meest opvallende is de openheid, ruimte om vragen te stellen en de behulpzaamheid die er in alle richtingen naar elkaar is.

Zo verschillend

Al jaren schrijf ik met regelmaat over diversiteit en het belang hiervan om als bedrijf wendbaar te blijven, in te kunnen spelen op verandering en vooral ook om kwaliteiten bij elkaar te brengen die tot optimale prestaties kunnen leiden. Dit zie ik ook zeker terug in mijn huidige team, iedereen heeft met zijn of haar achtergrond een bepaalde kwaliteit die bijdraagt aan de werking van het team als geheel.

Deze kwaliteiten tezamen maken dat het huidige team waarin ik werk op vele manieren over zaken nadenkt en daarmee samen tot de ontwikkeling van beleid en aanpak van vraagstukken komt. Hierin speelt de diversiteit in achtergronden, opleidingen, werkervaring, etc. samen in een smeltkroes die soms tot bijzondere en een andere keer tot heel voor de hand liggende uitkomsten komt.

Voor elkaar

Het is belangrijk binnen ons team om klaar te staan voor de ander, elkaar te assisteren of met de ander mee te denken. Maar zeker ook om voor elkaar klaar te staan als het om iets praktisch gaat. Zo bood een van mijn collega’s van de week aan om een collega van een ander team van ‘mijn bureau’ (nou eigenlijk de flexplek die voor mij is ingericht) af te ‘gooien’ omdat hij gewaarschuwd was dat hij er niet aan mocht zitten als ik er was.

Persoonlijk vond ik dat wel grappig om te ervaren, maar besloot toch maar om een van de andere plekken te kiezen en voor die dag even dat bureau te verbouwen zodat ik mijn werk kon doen. Want ook daarbij krijg ik al snel een helpende hand aangeboden. Net als dat mijn collega's het enorm grappig vinden als ik mijn 'muis' kwijt ben, iets wat mij met regelmaat overkomt, en het dan geen moeite vinden om even mee te kijken op mijn scherm en mijn 'muis' weer tevoorschijn weten te toveren.

Dit geheel, het voor elkaar klaarstaan, het samen denken over oplossingen of beleid, het samenwerken aan onderzoeken en vooral ook de onderlinge verschillen maken dat dit diverse team eigenlijk het leukste team is waarmee ik ooit heb samengewerkt. En daarmee kan ik alleen maar zeggen, de praktijk wijst het uit, diversiteit is top! 





zondag 7 februari 2016

Meer dan succesverhalen?

Iedereen die actief is in het bemiddelen, begeleiden en adviseren van bedrijven over de plaatsing van mensen met een beperking kent ze wel; de succesverhalen. Op menig bijeenkomst worden de succesverhalen verteld, de mensen bij wie een plaatsing een super match bleek te zijn en toch, blijkt vaak na een jaar of soms zelfs al na een half jaar dat het succes toch niet zo duurzaam was.

Natuurlijk hebben we deze verhalen nodig om te inspireren, want met successen kan je een ander overtuigen om je aan te sluiten bij deze beweging op de arbeidsmarkt. Toch zit er ook een flink addertje onder het gras, namelijk de duurzaamheid van de plaatsingen, niet omdat bedrijven niet de juiste mensen vinden maar omdat veel bedrijven nog in roerig vaarwater zitten.

Achter de verhalen

We slaan allemaal de kranten open en lezen over grote reorganisaties, faillissementen, etc. en deze hebben zeker ook invloed op deze doelgroepen. Want hoewel bedrijven wel mensen aan moet nemen, en dit jaar 8.000 nieuwe werkplekken in het bedrijfsleven moeten worden gerealiseerd, zijn ook deze geplaatsten niet geheel vrij van zaken die spelen binnen organisaties. Dit is een lastig fenomeen, want hiermee haalt een bedrijf enerzijds talent binnen en komt dan later tot de conclusie dat ze weer moet laten gaan ondanks de investeringen die zijn gedaan. Dit is voor zowel het bedrijf als de betreffende medewerkers een pijnlijke situatie, want de vraag is natuurlijk of er ooit nog wel zo’n goede match voor terugkomt.

Dan heb je ook een ander slag bedrijven, ook zij hebben succesverhalen, maar spelen een geheel ander spel. Dit zijn de bedrijven die mensen aannemen, en na verloop van een periode van tijdelijke contracten en het benutten van subsidies, om ze er vervolgens geen vast contract aan te bieden. Sommige van deze bedrijven en zelfs de overheid, heeft hiervoor zelfs een on-gedocumenteerde vorm van beleid voor. Waarbij het bekend is dat een kandidaat, hoe goed ook, nooit de kans zal krijgen op een duurzaam arbeidsperspectief omdat deze persoon na 2 jaar geen subsidie rechten meer heeft.

Zoekend naar de balans

Natuurlijk zijn dit twee volledig verschillende typen verhalen, met compleet verschillende achtergronden. Waar de eerste het verlies van talent betreurd, betreurd de tweede vooral het verlies van subsidies en zijn de talenten minder van belang. Toch hebben beide voorbeelden een zelfde probleem, ‘gebrek aan duurzame perspectieven’ wat vooral geldt voor de mensen die verschillende half-/jaarcontracten aan elkaar knopen en bij een volgende sollicitatie te horen krijgen te ze onvoldoende ervaring hebben.

Hoe kunnen we dit doorbreken, vooral hoe kunnen we dit op een eerlijke manier doorbreken? Want de werkgever die zegt, 'ik kan bij een reorganisatie niet tegen een trouwe medewerker zeggen, 'sorry je wordt vervangen door een gehandicapte' omdat dat voor niemand eerlijk is.' Heeft groot gelijk, maar aan de andere kant zijn het juist bij reorganisaties ook de parttime banen die het eerste sneuvelen en daar zitten juist kansen voor mensen met een arbeidsbeperking. 

Ergens moet er een balans worden gevonden tussen de perspectieven die organisaties kunnen bieden, de noodzaak die er ligt om organisaties mee te laten veranderen in de ontwikkelingen van de markt en ten slotte het behoudt van talent. Daar ligt zeker een taak voor de samenwerkingsverbanden als de 99van... en dat vraagt wel het lef om samen kennis te delen. Ik weet dat er bedrijven zijn die dit met plezier doen, maar ook heel veel bedrijven die hier enorm voor schromen. Dat is jammer, want een arbeidsmarkt vernieuwen gaat het beste door van elkaar te leren en we zien toch allemaal het liefste een duurzame inclusieve arbeidsmarkt?