Het
valt steeds meer op, de afstand tussen werkgevers en werknemers wordt groter. Van
loonkloven tot aan hoe er tegen werk en werknemers wordt aangekeken. Laat staan
als we het hebben over de koof tussen werkgevers en mensen die werk zoeken
vanuit de Bijstand of WW. Woensdag stond er een stevige uitspraak van Hans de
Boer van VNO*NCW in de krant. Hij noemde mensen in de Bijstand ‘labbekakken’ en
dat viel bij veel mensen echt niet in goede aarde.
Persoonlijk snap ik de opmerking
enerzijds en de verontwaardiging anderzijds ook, maar dat is precies waarom de
kloof tussen werkgevers en werkzoekenden ook zo groot is geworden. Of het nu
gaat om mensen die eindeloos solliciteren en steeds verder van de arbeidsmarkt
af komen te staan, of dat het nu gaat om de werkgever die zegt dat hij/zij niet
de juiste mensen kan vinden. De vraag die eigenlijk gesteld moet worden is ‘hoe
overbruggen we deze afstand?’
Rol van de werknemers/werkzoekenden
Iedereen heeft zijn rol in de
economische ontwikkelingen, van de werknemers en werkzoekenden die blijvend aan
hun employability moeten werken. Door te leren, of tijdelijk voor ander werk te
kiezen. Waarbij ik wel de kanttekening
wil maken dat dit niet zo makkelijk is als wordt gezegd. Om verbondenheid
met de arbeidsmarkt te behouden. Want je moet interessant blijven voor
werkgevers en daar heb je zelf de belangrijkste hand in.
Ook al heb je geen geld, probeer iets te
doen om ervaring op te doen. Desnoods ga je als Bijstander of Wajonger in
gesprek met je contactpersoon over een werkervaringsplek in plaats van een
tegenprestatie of het zoveelste traject. Door ervaring op te doen en waar het
kan te leren, draag je bij aan je eigen kansen en daar kan je je voordeel mee
doen. In de huidige arbeidsmarkt is dat inderdaad erg lastig, maar er komen
echt wel betere tijden aan.
Rol van de werkgevers
Werkgevers hebben echter ook een grote
rol in dit geheel, want ik zie tot mijn spijt te vaak dat werkgevers bewust
kiezen voor Polen of Roemenen voor bepaalde werkzaamheden. Er wordt dan gezegd
dat opleiden geen zin heeft en de juiste mensen op de Nederlandse arbeidsmarkt
niet voorhanden zijn. Maar dat ligt deels ook bij werkgevers zelf. Want veel
werkzoekenden met enige ervaring en lerend vermogen zouden binnen de kortste
keren de benodigde extra vaardigheden kunnen leren als ze daarvoor de kans
zouden krijgen.
Het effect van deze keuzes is dat mensen
gedemotiveerd raken, vervolgens ook niet meer voor de lagere banen of
seizoenswerk beschikbaar zijn met alle gevolgen van dien. Ja, werkgevers hebben
hier zeker een rol in en dat is iets wat Hans de Boer als lobbyist intern zeker
ook wel eens aan de kaak mag stellen.
Afstand overbruggen door kansen te bieden
De huidige arbeidsmarkt is krap, er
komen veel sollicitaties binnen als er een vacature openstaat en dus is er een
ruime marge om te selecteren. Met als effect veel teleurgestelde sollicitanten,
de vraag is dan ook hoe je hiermee omgaat, biedt je feedback over de afwijzing?
Geef je bij gepassioneerde kandidaten de kans om in gesprek te gaan om te kijken
of er op termijn toch mogelijkheden zijn om alvast de contacten te leggen? Want ook dat is onderdeel van goed werkgeverschap en belangrijk om ook in krapte de juiste mensen te kunnen vinden.
Uiteindelijk zal de koek groeien, dan er
zal meer werk komen, het aantal uitkeringen terug worden gedrongen en daar
ligt de rol van het bedrijfsleven. Het binnenhalen van orders, het vinden van
grotere opdrachten en ontdekken van nieuwe markten om te kunnen groeien. Dat is
effectiever dan afgeven op mensen die de moed zijn verloren, want zij vinden
de moed alleen terug door kansen te krijgen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten