Afgelopen
donderdag en vrijdag mocht ik in België een interessant congres over armoede en werk
volgen, wat werd georganiseerd door EPSIN en EZA (Europese organisaties). Hierbij was specifieke
aandacht voor arbeidsgehandicapten, wat ook de belangrijkste reden van mijn
deelname was. Want waar wij al klagen over een lage participatiegraad van 1/3
van de arbeidsgehandicapten die actief zijn op de arbeidsmarkt, is het in
bijvoorbeeld Roemenië, slechts 0,37% en dat terwijl zij een Quotum hebben van
3,2% bij bedrijven met meer dan 20 medewerkers.
Uiteraard kan je denken, dat is een ver
van mijn bed show, maar anderzijds geldt dat in bijvoorbeeld Slowakije (waar ook een Quotum is) de
participatie bij reguliere bedrijven ook extreem laag is. Daar werken wel meer
mensen als in Roemenië, maar bedrijven hebben daar 3 keuzen: Een boete betalen, mensen aannemen of een donatie
doen aan projecten die arbeid van gehandicapten steunen. Dit laatste is een
hele markt aan het worden, waarbij bedrijven graag verkondigen dat zij
projecten sponsoren en daarmee bijdragen aan de inclusieve arbeidsmarkt. Ook
hier is sprake van een Quotum, maar de participatie nog steeds laag.
Terug naar Nederland
In Nederland hebben we nog geen Quotum,
wel een banenafspraak van 100.000 banen tot 2026. Deze banen gelden voor mensen
die niet zelfstandig ten minste 100% van het WML (Wettelijke Minimum Loon)
kunnen verdienen. Maar wat met al die andere mensen, die wel de mogelijkheid
hebben om dit te verdienen en dus klaarblijkelijk ook niet werken?
Het percentage werkenden met een
arbeidsbeperking in Nederland ligt dus laag, rond de 35% en dat terwijl er
juist een belangrijk deel van de Wajongers ( circa 12%) werkzaam is in de SW? Dan nog
de andere Wajongers die rond de 13% ligt en werkzaam is binnen reguliere
bedrijven. Nee, dit zijn geen fantastische cijfers welke zienswijze je ook
kiest. Want de SW wordt vaak als een dure kostenpost gezien omdat het werk
relatief veel geld kost. Dan de 13% die wel regulier werkt, nee dat is dan weer
een enorm laag percentage en dus ook een hoge kostenpost.
Hoe anders?
Als we kijken naar de huidige
vorderingen op het gebied van de 100.000 banen is het mooi om te zien dat er al
bijna 3.000 participatiebanen zijn, maar ook dat de 7.500 (doelstelling voor
2015) nog een lange weg te gaan heeft. Net als het aantal mensen in het
doelgroepenregister, wat via gemeenten slechts heel beperkt wordt aangevuld, laten zien dat we er dus nog lang niet zijn. Een Quotum blijf ik dus geen
voorstander van, waar ik wel kansen zie is en blijf het punt waarop ik blijf
hameren. En iets wat wederom werd bevestigd in alle gesprekken in België, want de
kern van de verandering ligt in de beeldvorming bij bedrijven. Bedrijven moeten
leren wat inclusief ondernemen inhoudt, wat de kansen zijn en hoe dit vorm te
geven.
Daarom kom ik wederom weer terug met
mijn advies zoals ik het al langere tijd geef; het is tijd voor aandacht voor
inclusief ondernemen binnen HR en management opleidingen. Het is tijd voor
bijscholing van HR medewerkers en vooral ook tijd voor een breed uitgedragen
verandering binnen het bedrijfsleven waarbij we op een andere manier naar
arbeid gaan kijken. Waar talenten centraal komen te staan en niet voornamelijk
de productiviteit omdat dit laatste in een vergrijzende en inclusieve
arbeidsmarkt nu eenmaal een compleet andere lading krijgt!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten