![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEj9UYdw3VowVRBPL9JMSaX8i_8A3gnQr2XlFE-dtJDYmDOBluu4DFWtGQUCHaVeAh40a_rxsodq7BttKaZHnLSu62it2TQcfqbPix0ACpTdq8apMPOLOEyvkfge4BEnMfWcl1O_Xohw2Dk/s200/vrouwelijke+monteur.jpg)
Een veel gehoord excuus is dat het in
Nederland ‘gewoon de cultuur’ is, maar de vraag is eigenlijk of dat wel zo is.
Want waar Nederland begin 20e eeuw ook de eerste golf van het
feminisme kende als het ging om de arbeidsmarkt en stemrecht, is de Nederlandse
arbeidsmarkt nooit echt op gang gekomen. En waarom is het dan bijvoorbeeld in
Zweden wel gelukt om die vrouwen naar de arbeidsmarkt te krijgen?
Beleid, beleid en nog eens beleid,
In Nederland is het overheidsbeleid, het
belastingstelsel en de arbeidsmarkt vooral gefocust geweest op het eenverdienersmodel,
de verzorgingsstaat die zich dus richtte op de eenverdieners. Velen denken dat
dat aan de SGP te danken is, maar nee dat is zeker niet het geval. Want wat
velen niet weten is dat de eerste feministen van eind 19e eeuw juist
de vrouwen uit Christelijke kringen waren die meer sociale activiteiten wilden
ontplooien. Van het opzetten van zondagsscholen tot aan het bezoeken van
vrouwen in de gevangenis, allerlei maatschappelijke taken die zij graag op
wilden pakken.
Maar al vanaf de jaren 1900 is het
beleid erop gericht dat werk voor manen lonend was, en voor vrouwen dus niet.
Van 70% minder loon tot hoge belastingen als je als vrouw wel werkte. En
vrouwen die in de jaren ’30 moesten werken waren daartoe gedwongen omdat hun
man ‘steuntrekker’ was. Neem dan de oorlogsjaren, waarin 1943 een arbeidsplicht
voor ongetrouwde vrouwen en vrouwen met oudere kinderen of zonder kinderen
gelde omdat de mannen naar Duistland moesten om te gaan werken. Dat zijn
eigenlijk de belangrijkste voorbeelden van vrouwen die werken tot de jaren ‘70-’80.
Zoals gezegd beleid
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEiGMA7kT8F9MqkIp9XuEtsMvorcmIyzj0i_yQuXL0e581E2XpwixS6I3wReuZjRe5EMo55gllIstqCypZSfQuxd6HxIUrjIQzHb7UfwXfVt-kmhzp2eo6rKH0dRwfx2_udZ_Z8WyIQGs_c/s1600/vrouwenarbeid+jaren+50.gif)
Pas in 1964 kwam de wet op gelijke
beloning voor vrouwenarbeid in Nederland in beeld, en vervolgens pas in 1975 de
wet op gelijke behandeling welke al in 1957 door de EU was ingevoerd. Kortom,
we lopen in Nederland ten miste 20 jaar achter op de rest van Europa als het
gaat om vrouwenarbeid. En bovendien is er pas sinds 1975 enige stimulans
gekomen voor vrouwen om te gaan werken, welke pas na 1995 echt vorm ging
krijgen en ook bij de vakbonden pas in de jaren ’80 de aandacht kreeg. Kortom,
het beleid is een grote basis voor de maatschappelijke visie dat vrouwen meer
verantwoording voor het gezin dragen dan mannen. De vraag die er nu ligt, is
hoe gaan wij als Nederland nu vormgeven aan arbeidsmarktparticipatie van
vrouwen…..
Casus voor andere groepen
De effecten van beleid op het gebied van
vrouwenarbeid is een interessante casus voor de huidige discussie over arbeidsmarktparticipatie.
Want waar vrouwen dus weinig fulltime werken, zijn het arbeidsgehandicapten die
veelal niet werken en allochtonen die in de huidige arbeidsmarkt vastlopen. En
eigenlijk hebben ze allemaal iets gemeen met het gevoerde arbeidsmarktbeleid
tot eind jaren ’80: Nederlandse mannen
vormen de spil van de arbeidsmarkt, en dat is nu juist net het effect van
het beleid van de afgelopen eeuw. De vraag is nu, hoe maken we de stap naar een
echte participatiesamenleving?
A.s. maandag het vervolg
Geen opmerkingen:
Een reactie posten